Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hun [7]voortreffelijken zenden hun [8]kleinen naar water; zij komen tot de [9]grachten, zij vinden geen water, zij komen [met] hun vaten ledig weder; zij zijn beschaamd, ja, worden schaamrood, en [10]bedekken hun hoofd. 7. Of, doorluchtigen, heerlijken, enz.; zie Ps.8:2. 8. Dat is, dienaars. 9. Of, sloten. 10. Of, bewinden; tot teken van schaamte en rouw; zie 2 Sam.15:30; alzo in vs.4.